Stijfselmakerij de Arend

 

Aan het eind van de 16e eeuw kwam in de Zaanstreek stijfselmakerijen tot ontwikkeling.                                                                               Uit tarwe werd stijfsel gemaakt voor het stijven van kleding zoals hemden, rokken, tafelkleden en  kantwerk.

Dit om het zowel in model te houden als ter voorkoming van het vuil worden. Er was toen grote vraag naar stijfsel. Vooral bij wevers voor het mooi glanzend maken van de linnen en katoenen stoffen. En dat was dan weer goed voor de verkoop.

Afval producten van het stijfsel maken waren zemelen en zurig eiwitrijk water en dat bracht de varkens- en pluimveefokkerij weer tot verdere ontwikkeling, want varkensvlees, kippen , eieren en eenden konden weer goed  worden verkocht in Amsterdam.
Handel en nijverheid; van groot belang was voor de Oostzaanse gemeenschap.

Het maken van stijfsel werd dan ook op verschillende plekken in Oostzaan uitgeoefend. Het werd gedaan in huizen of schuren die stonden langs een goed open en helder water dat nodig was voor het wassen van de stijfsel.  Een ideale plek hiervoor was de Roemersloot, omdat deze sloot niet bevuild werd door het afval van traan-, lijm-,  en prutkokerijen.

 

Aan weerszijden van de Noorderkerkbuurt  waren langs deze sloot stijfselmakerijen gevestigd en deze Iedere stijfselmakerij had een eigen naam: de ’Merkuur’ naar de Romeinse god Mercurius.  Een andere schuur droeg de naam het Varken, een duidelijke verwijzing naar de consument van de afvalproducten.

Later werd deze naam gewijzigd in ‘de Arend’ naar de eigenaar van de schuur Arend Latenstein. Nou was de heer Latenstein een vooruitstrevend ondernemer en hij beoogde toch om regelmatig vanuit zijn woning in Zaandam contact te houden met de Stijfselmakerij. Dus verzocht hij de gemeenteraad van Oostzaan toestemming om een telefoonlijn aan te leggen

De notulen van 13 juni 1888 zegt hierover het volgende : De voorzitter (burgemeester G.S. Swart) zegt dat Arend Latenstein jr. te Zaandam eene telefonische verbinding wil aanbrengen tusschen zijn woonhuis te Zaandam en zijn  Stijfselfabriek alhier, en hem hedenmorgen mondeling om vergunning heeft verzocht .  Daartoe palen te mogen plaatsen in den noordelijken berm van het Weerpad alhier. Men besluit tot vergunning tot het plaatsen der palen te verleenen, onder voorwaarde dat aan den huurder van het grasgewas de door deze verlangde schadeloosstelling wordt betaald.
Dat gebeurde dan ook en waarschijnlijk was dit de eerste telefoonverbinding in Oostzaan. (Telefonisch contact werd pas ontdekt in 1876).

Maar alles heeft een begin en een einde: de handel liep achteruit en er kwamen vervangende producten. In 1925 werd de fabriek van Latenstein door brand verwoest en tot in de jaren ’50 van de vorige eeuw waren de resten nog steeds te zien op het Westerstijfselmakerspad.

 

(29-1-2020) Dan plaats je dit artikel en een  paar uur later krijg ik een reactie van Loki Leo de Boer. Hij vult aan dat het gebouw linksboven aan de overkant van de sloot De Vriendschap heette en later is verplaatst naar het Westerstijffselmakerspad, waar het vandaag de dag nog steeds staat als woonhuis van de heer Lineman.