De Gasfabriek

 

Het gebruik van gas voor de verlichting en verwarming was in het begin van de 20e eeuw in opkomst en Oostzaan kon in deze ontwikkeling niet achterblijven.

In 1911 werd een commissie benoemd, die maatregelen moest voorbereiden voor een beter straatverlichting.

 

De gemeenteraad van Oostzaan besloot op om een eigen gasfabriek te gaan exploiteren. De fabriek werd gebouwd aan het Weerpad. Deze werd op 27 januari 1913 in bedrijf genomen en enkele weken later, om precies te zijn op 11 februari vond de officiële opening plaats.
Directeur van de gasfabriek werd mijn Opa Hesselingen.

 

In de Zaansche Courant kunnen we lezen dat de burgemeester een toespraak hield waarin hij de hoop uitsprak ‘.. dat de fabriek moge bloeien tot heil van de bewoners. Hierna werd door de voorzitter de automatische verlichting ontstoken. Daarna werden door het fanfarecorps ‘Excelsior’ eenige nummers geblazen, wat ten gevolge had dat een groote menigte toeschouwers in de nabijheid van de fabriek aanwezig was. Hierna verlieten de vertegenwoordigers van de gemeente het terrein, om in het gemeentehuis een wijle te vertoeven, ter bezichtiging van de nieuwe gaskroon, welke deze avond voor ’t eerst ontstoken werd’.

 

De bouw van de gashouder

 

De eerste jaren gingen voorspoedig in de Gasfabriek

 In 1916 waren er 101 gaslantaarns in gebruik, hoewel niet het gehele jaar. Ze brandden vanaf 1 september tot 1 mei, en dan alleen bij donkere maan en tot ’s avonds half elf. Het bedrijf had echter al vrij snel met tegenspoed te kampen.
Eerst was het de Eerste Wereldoorlog die de fabriek parten speelde. In 1916 was het de Watersnood die veel schade aanrichtte.

Daarna was het de toenemende aantasting van de ijzeren buizen door het veenzuur. Grote delen van de leidingen werden verteerd en het gasverlies was onrustbarend. Tot overmaat van ramp kwam er water in de buizen waardoor de vlammen in de komforen gingen dansen of soms helemaal verdwenen.

Lekken kwamen zeer veel voor. Het kostte veel moeite om door middel van pompen de gastoevoer enigszins op peil te houden. Topen op het laatst de gashouder lek raakte, was de ramp niet meer te overzien. Oostzaan zat duidelijk in de problemen met een scheef oog keek men naar de grote buur in het westen, Zaandam.

 

Bij de gasfabriek in Oostzaan werkte ook ene heer Thijsse  (waarschijnlijk, evenals Opa, van Drentse afkomst) want deze heer Thijsse had het soms wel eens moeilijk met de in Oostzaan gangbare Nederlandse taal.

Om redenen die ik niet weet, sliepen Opa en Opoe beneden in plaats van boven, waarschijnlijk omdat op dat moment het waterpeil kennelijk ver was gedaald .

In de loop van de nacht kwam het water toch weer hoger en dit was voor de al eerder genoemde heer Thijsse reden om zich midden in de nacht naar de Gasfabriek te begeven en daar op het raam te kloppen teneinde zijn ‘baas’ hierop opmerkzaam te maken.

Dit geschiedde door het uitroepen van de woorden : ‘M’neer Esselingen, M’neer Esselingen, het water kumt weer heuger’ !!

Nou was Opa een rustige en kalme man die niet gauw in paniek raakte.
Hij was er kennelijk niet erg van onder de indruk want nog in z’n bed liggend stak hij een arm over de rand, voelde niets en gaf toen het antwoord ‘Valt wel mee Thijsse,  ik voel er nog niets van‘ en  is  rustig blijven liggen.

De Gasfabriek met daar voor het woonhuis van de directeur van de Gasfabriek - mijn Opa.   Links een gebouw met materialen en de opslag van kolen.

 

Nu nog een verhaal, waarvan ik niet weet of zich dat voor-, tijdens- of na de watersnood heeft afgespeeld, maar het geeft wel een duidelijk beeld van de persoon die Opa Hesselingen was.

Maar eerst een klein beetje technische uitleg.

Een Gashouder, was een soort van grote rechtop staande trommel waarin het door verbranding gewonnen gas werd opgeslagen voor distributie naar de klanten.

Deze ‘grote trommel’ dreef in water in een nog net iets grotere trommel;  om te worden gekoeld.

Maar dit water had in de winter de vervelende gewoonte om bij vorst te gaan bevriezen en dat was niet de bedoeling, reden waarom er een soort van stookplaats was aangebouwd aan de buitenste trommel waar een vuurtje werd gestookt om het water te verwarmen, zodat het niet zou bevriezen.

 

Het verhaal speelt duidelijk in een winter, want het gaat over de stookplaats en ook de al eerder genoemde heer Thijsse is hier bij betrokken.

Deze kwam op enig moment, nogal geschrokken, bij Opa aan met de mededeling , ‘M’neer Esselingen het stookhok, staat in de brand’ !

Opa bleef er nogal onverstoorbaar onder, liep naar de slaapkamer want daar lag altijd zijn hoed op het voeteneinde van het bed, zette zijn hoed op en sprak toen tegen Thijsse de woorden, ‘Dan gaan we eerst de hoofdkraan maar eens dicht draaien Thijsse’.

Hoe dit verder afgelopen is weet ik niet, maar ik heb nooit gehoord dar de gashouder van Oostzaan ooit is afgebrand

 

De Gasfabriek tijdens de Watersnood van 1916.
Staande v.l.n.r. Femmigje Hesselingen (mijn moeder).
Antje Hesselingen - Kramer en Herman Hesselingen.(opoe en opa)


Halverwege 1920 gingen de burgemeester van Oostzaan en de directeur van het gasbedrijf van Zaandam voor het eerst met elkaar rond de tafel zitten.

Maar Oostzaan aarzelde lang of zij haar ‘eigen’ gasfabriek wel zou opgeven. Voor Zaandam was het aantrekkelijk, het ging tenslotte (statistiek 1926) om de levering van 500.000 kubieke meter gas. Het duurde echter nog tot 11 februari 1931 voor dat de gemeenteraad van Oostzaan besloot het gasbedrijf aan de gemeente Zaandam over te dragen. Zaandam betaalde voor de fabriek ‘met aan gehorigheden, gashouder, woonhuis en erf’ een vergoeding van fl. 140.000,-.

 

Burgemeester Teer en wethouder de Dood deelden dit raadsbesluit op 12 februari mee aan de gemeente Zaandam. Op 6 september werd de gasfabriek in Oostzaan stopgezet en werd door middel van een persgasleiding de levering vanuit Zaandam voortgezet.  Opa en meteropnemer J.Lust kwamen in dienst van de gasfabriek te Zaandam, respectievelijk als opzichter en meteropnemer.

Aan het eind van het buizennet in Zaandam werd aan het Weerpad een gebouwtje geplaatst waarin twee elektrisch gedreven compressoren  voor het behoud van de gasdruk richting Oostzaan.

 

Oostzaan kon nog niet meteen afscheid nemen van haar fabriek.

Pas in 1968 werd de fabriek gesloopt. Later kwam op die plaats het garagebedrijf van Welgraven. In 1997 heeft ook Welgraven dit terrein verlaten om plaats te maken voor een nieuwe brandweerkazerne.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb